De vraag van 27 maart 2012 luidt:

"Ik hoor u net vertellen over de manier waarom de zuivelindustrie de hoeveelheid en de verschillende soorten antibiotica in de melkveehouderij wil terugdringen. Uw verhaal over het bedrijfsgezondheids- en bedrijfsbehandelplan is mij duidelijk, maar als ik op een pak melk kijk zie ik voornamelijk staan dat er minder vet in zit. Maar hoe zit dat dat met antibiotica?"

Antwoord van Frank:


"We moeten twee dingen goed uit elkaar houden; de eis van de zuivelindustrie om voor ieder melkveebedrijf een bedrijfsbehandelplan en een bedrijfsgezondheidsplan op te stellen en de kwaliteit van de melk die u in de winkel koopt. Wat het eerste betreft kunnen we zeggen dat door het BGP en het BBP zeer nauwkeurig de gezondheid van de koeien in beeld gebracht kan worden en tevens op welke manier en met welke middelen de veehouder zieke dieren behandeld. Met name dit laatste zal per 1 april 2012 een grote verandering opleveren omdat vanaf die datum via het bedrijfsbehandelplan gewerkt zal moeten gaan worden waardoor een groot aantal antibiotica niet meer ingezet mag worden. Dit zijn voornamelijk antibiotica die pas ingezet mogen worden als bewezen is dat geen ander middel werkt en waarmee dus veel kritischer omgegaan moet worden dan dat we tot nu toe deden (zoals bij de 3e en 4e generatie cefalosporinen).

Het bovenstaande staat los van de kwaliteit van de melk zoals die in de winkel ligt; melk uit de winkel is gegarandeerd veilig, gezond en vrij van antibiotica-residuen of residuen van andere medicijnen. De melk wordt uitgebreid getest en bij aanwezigheid van residuen wordt de veehouder flink beboet. De veehouders kennen voor de gebruikte medicijnen de zgn. wachttermijn voor de melk. Dit is de tijd waarin de melk van de behandelde koe niet geleverd mag worden. Veehouders willen een gezond en velig produkt leveren en dat is melk dan ook al decennia lang."