De voortplantingscyclus van de fret wordt beïnvloed door de lengte van het daglicht. De paartijd van de fret valt ongeveer tussen maart en augustus en in deze periode wordt de vrouwelijke fret (het moertje) loops. De eerste loopsheid treedt ongeveer op 9 maanden leeftijd op. De natuur heeft het zo uitgekiend dat de pups in het voorjaar geboren zullen worden; een periode met normaliter voedsel in overvloed en een aangename temperatuur. De eisprong treedt pas op nadat het moertje gedekt is. Dit is in de natuur een effectieve methode bij diersoorten die grotendeels alleen leven en die dus minder vaak een soortgenoot tekenkomen. Wanneer een moertje niet gedekt wordt zal zij loops blijven wat allerlei gezondheidsrisico's tot gevolg kan hebben (zoals het ontstaan van beenmergdepressie).

Het is verstandig om het moertje ongeveer twee weken voor de werpdatum van extra voer te voorzien en alleen in een kooi te plaatsen zodat zij in alle rust kan wennen aan haar nestplaats. Er moeten voldoende lappen in de nestplaats aanwezig zijn. Na een dracht van ongeveer 42 dagen worden de pups geboren. Het moertje zal in de voorafgaande periode meer slapen en een verhoogde verzorgingsdrang krijgen (iets wat overigens ook bij schijnzwangerschap op kan treden!).

De bevalling kan meerdere uren duren en de worp bestaat gemiddeld uit zeven pups. De pups worden blind en kaal geboren en u moet uw aanwezigheid tot een minimum beperken. De eerste weken is het voldoende om de toiletbak te verschonen en de lappen te vervangen. Het moertje zal de eerste vier weken de pups voeden, wassen en warm houden, na de vierde week zullen de pups zelfstandig proberen te gaan eten en zoeken de toiletbak op. De oogjes zijn dan inmiddels open. Rond de 8e week kunnen de pups bij de moeder weg.

 

Fotoreportage sterilisatie van de fret...